Jos Goossens

Hier het succesverhaal van Jos Goossens, die op ‘eigen wijze’ en misschien wel ‘eigenwijs’ bijzondere prestaties heeft neergezet in de jaren kort voor en na de eeuwwisseling. Hij houdt er  -voorheen in Aalten en nu aan de Halteweg in Lintelo-  zo zijn eigenzinnige methode op na. Zijn vrouw Nettie heeft hem daarbij altijd alle steun gegeven.

Jan Gremmen vertelt je er alles over in het volgende artikel daterend van 2006.



OP EIGEN WIJZE

JOS GOOSSENS – Lintelo, Onaangewezen Kampioen VNCC 2006 (Afdeling 9)

(door Jan Gremmen)

De onaangewezen kampioen van de Vrienden van de Nationale Concoursen Club (VNCC Afd. 9) over het seizoen 2006 is Jos Goossens uit het Gelderse Lintelo geworden. Jos GoossensLintelo is gelegen even ten zuidoosten van Doetinchem pal aan de Duits-Nederlandse grens. Een liefhebber die er al jaren zijn eigen onorthodoxe spelmethode op na houdt. Wars tegen alle gewoontes in, heeft hij er gedurende zijn gehele liefhebbersloopbaan zijn eigen methode gevolgd en, zoals hierna zal blijken, met succes!

Het is niet de eerste keer, dat Jos deze titel op zijn naam schreef. “Het moet zeker zo’n tien of elf jaar geleden geweest zijn, dat ik ook kampioen geworden ben van de VNCC”, aldus Jos. In de VNCC werd hij tevens 3e aangewezen kampioen van deze populaire oostelijke fondclub. Een reden om eens naar Lintelo af te reizen.

Bijzondere nestspeler

Jos (54) bespeelt van begin af aan het nestspel en heeft zich speciaal toegelegd op de overnachtfond. Op zich niets bijzonders! Maar de wijze waarop hij het nestspel beoefent heeft wel “persoonlijke kanten”. In de winter houdt hij zo’n 70 duiven (35 koppels) verdeeld over twee hokken van beiden 4 ½ meter. De ene is dubbelwandig, de ander is geïsoleerd. “Ik heb de ervaring, dat op het dubbelwandige hok de warmte eerder doordringt in het voorjaar. Het is dan ook iets gemakkelijker koppelen op dit dubbelwandige hok dan op het geïsoleerde hok. Meestal koppel ik rond half maart, maar dit jaar (2007) omwille van de festiviteiten in het dorp wordt het een weekje later. Ik laat alle duiven na de koppeling een ronde jongen grootbrengen. Minimaal één jong voor elke koppel. Het opmerkelijke hierbij is, dat Jos geen apart hok heeft voor de jonge duiven. Jong, jaarling of oude duiven: het is allemaal door elkaar gehuisvest op de beide hokken. Op dit hok wordt de droge mest methode gevolgd. De duiven varen er wel bij. In de zomer geeft dat bijvoorbeeld bij het voeren als de duiven opvliegen een behoorlijke stofwolk, maar doordat ik dan de deuren openlaat valt de overlast hiervan behoorlijk mee. Ik voer bewust twee maal daags, omdat ik een “open hok systeem” hanteer. Als ik alleen ’s avonds zou voeren, trekken de duiven overdag te veel naar de akkers. Dan is het gevaar van de roofvogel erg groot. De sperwer is hier behoorlijk actief. Nu heb ik een mannetjes sperwer in de buurt; dat zijn niet zulke jagers als de vrouwtjes. Maar ik heb een periode gekend, dat ik in 2 weken tijd 10 duiven verspeeld ben door toedoen van een vrouwtjes sperwer. Als je de duiven twee maal per dag voert, dan zijn ze attenter als ze buiten zijn en minder aan het zoeken op de grond. In de ochtend voer ik wat krapper, maar in de avond zo veel ze lusten. De volgende ochtend moet er geen voer meer liggen in de bak.

Wanneer ze in de winterperiode te parig worden dan voer ik ze gewoon een paar dagen niet; dan zakt het temperament een beetje.

Op dit moment laat ik de duiven alleen in het weekend los (zolang ze nog gescheiden zijn); dan blijf ik er zelf bij om de mogelijke schade zo veel mogelijk te beperkten. Een ander nadeel van laat scheiden van de geslachten is wel, dat de duiven voortdurend zoeken naar takjes op de grond en ook dan zijn ze bijzonder kwetsbaar voor de roofvogel. Alles heeft zijn nadelen, vandaar dat ik de duiven voorlopig weer even vasthoud.

De ideale nestpositie voor doffers en duivinnen is een jong van 7 dagen. Daar probeer ik dan ook naar te streven. Die neststand wordt bereikt na 35 dagen na het verwijderen van de eieren. Dat komt natuurlijk niet altijd zo uit; in een dergelijk geval schuif ik wat met eieren. Het komt niet op een dag aan.

Jonge duiven

Het inzetten van de jonge duiven is redelijk opvallend. Een deel van de jonge duiven wordt ingezet op het normale programma voor de jonge duiven. Niet op de eerste vlucht, of tweede vlucht, maar op een afstand van 200 km is voor Jos de start van de jonge duiven. Op woensdag voor de inkorving van de 3e vlucht worden de jonge duiven een kleine 15 kilometer afgericht en daarna worden ze ingekorfd op ongeveer 200 kilometer van de vrijdag erna. “Dat is nog altijd goed gegaan. Ik ben begonnen met 31 jonge duiven en ik heb er afgelopen seizoen 30 overgehouden. Bij thuiskomst van de vlucht worden de jonge duiven vastgehouden om ze water aangelengd met appelazijn + knoflook te laten drinken, zodat ik zeker weet, dat de jongen van deze “thee”echt drinken. Een dag later krijgen ze de vrijheid. De jonge duiven hebben ook de functie om de oude duiven alert te houden. Voorbeeld: Bij de eerste ronde houden de oude duiven hun nest in de eigen broedbak, maar voor de tweede ronde verlaten zij de broedbak en kiezen hun nest in een hoekje op de grond of achter een sinaasappelkistje dat ook op de grond geplaatst is. Jongen zijn gretig om wat voer uit de nesten te stelen, waardoor de oude duiven hun eigen nest beter beschermen tegen deze jonge indringers. Mogelijk een goede motivatie voor de nestduiven.

Nationale vluchten

“Bij voorkeur speel ik op het VNCC-programma. Ik zou ook wel op de morgenlossing kunnen spelen, want ik weet zeker, dat mijn duiven ook de ZLU-vluchten aankunnen. Maar er zit ook een grens aan. ’t Kost tegenwoordig heel wat geld om op al die (internationale) vluchten in te korven. Voor zo’n 5 duiven betaal je toch al gauw € 40,– . Je moet gewoon keuzes maken, anders is het gewoon niet te betalen. Maar een vlucht als Barcelona spreekt altijd tot mijn verbeelding; voor die vlucht wil ik nog wel eens een duifje inkorven. Voorlopig hou ik het op de middaglossing.”aldus Jos. Toch zien we, dat de VNCC sinds kort ook de ochtendlossingen op zijn programma heeft staan en hiervoor een apart kampioenschap heeft ingesteld. Een nog bescheiden deelname; begrijpelijk, want de afstanden zijn niet de minste in dit deel van Nederland. Maar het begin is gemaakt!

Prestaties hok Goossens

Ook met deze methoude worden uitstekende prestaties geleverd. Jos speelde vele vroege prijzen, ook op nationaal niveau; Nationaal St. Vincent: 7-14-21-25 enz., Nationaal Dax: 2-7-14, 2 maal teletekst München. Op Bergerac in de sector werd het een 9e en 32e, op Ruffec een 16e en 28e.
In 2002: St.Vincent: 31e-54e nationaal tegen 9185 duiven; Bordeaux: 160e tegen 1890 duiven; Perpignan: 50e tegen 1016 duiven; Op Bergerac werd het een 19e tegen 20131 duiven, maar ook op München een 14e tegen 2403 duiven. In het vogelpestjaar 2003 werden 3 overnachtingsvluchten gespeeld. OP St.Vincent speelde Jos 4 prijzen met 10 duiven mee; Limoges 2 prijzen met 7 duiven mee; op Bergerac speelde hij 50% prijs (7 van de 14) met de volgende klassering: 278-1013-1139-1141 etc. van 16275 duiven. Over het afgelopen seizoen 2006 behaalde hij de volgende kampioenschappen: In zijn eigen vereniging De Luchtpost te Aalten: 2e Overnachtfond aan- en onaangewezen en tevens 2e duifkampioen; in CC De Achterhoek 2e Onaangewezen en 3e aangewezen kampioen overnachtfond en tevens 10e aangewezen kampioen Eendaagse fond. In Kring 3 afdeling 9 werd het een 2e Overnachtfond onaangewezen en 8e aangewezen; In afdeling 9 eindigde hij al 10e Meerdaagse fond Onaangewezen kampioen. In de VNCC 1e Generaal Ouden Duiven Onaangewezen (meerdaagse fond), tevens 3e aangewezen kampioen. We kijken even verder naar het seizoen 2006 en lopen de vluchten even na: Brive NPO Afd. 9 met 3106 duiven: 12-472-624-675-693-704 (12 duiven mee); nationaal St.Vincent S III met 6419 duiven: 76-760-886 (10 duiven mee); Perigueux in NPO afd. 9 met 3840 duiven 37-68-600-636-802 (10 duiven mee); Nationaal Mont de Marsan in S III met 4331 duiven: 339-1061 (10 duiven mee); Nationaal Bergerac in s III met 17483 duiven 219-704-954-1601-2196-3011 (10 duiven mee); München nationaal in S III met 1842 duiven: 10-38-302-343-344 (10 duiven mee. Limoges in VNCC met 1289 duiven: 22-120-138-152-180-210-215-289-305 (20 duiven mee). Ook over de afgelopen seizoenen kan Jos dergelijke uitslagen op tafel leggen

Uitblinkers

NL_03-2001826

NL03-2001826

Duiven die zich afgelopen seizoen in de kijker vlogen waren ongetwijfeld de NL 03-2001832 met de volgende klasseringen: Brive; 40-8620 d. (Internationaal); Perigueux: 37-3840 d.; Limoges: 22-1289 d.; München 302-1824 d. Een andere duif die gezien mag worden is de 03-2001803 met de volgende klasseringen: Brive 1623-8620 d. (internationaal); Perigueux 802-3840 d.; Bergerac 1255-8712 (nternationaal) en2196-17483 in S III.
Ook de 03-2001826 (links) had weer 3 overnachtprijzen achter zijn naam staan: Brive: 2035-8620 d. (Internationaal); Perigueux 68-3840 d.; Bergerac: 3011-17483 d.

NL_01-1422464Ook de prestaties van de 01-1422464 (rechts) mogen ondanks de hoge leeftijd nog altijd gezien worden: St.Vincent S III: 760-6419 d.; Bergerac: 954-17483; Limoges 152-1289 d. Zo kunnen we nog meerdere duiven noemen die zich op nationaal niveau kunnen laten zien.

 

Tot slot

Een bekend gezegde luidt: “Vele wegen leiden naar Rome” Ook Jos Gossens bewandelt ieder jaar dezelfde weg die leidt naar succes. Ook voor hem geldt dat niet elk jaar hetzelfde is, maar zeker kunnen we stellen, dat hij elk jaar vooraan weet te spelen op regionaal niveau en ook op nationaal niveau zien we de naam “Jos Goossens” op de teletekst staan. Het mooie hiervan is, dat hij op “eigen wijze” deze prestaties weet neer te zetten, wars van alle gevestigde methodes. Sommigen schudden wel een met het hoofd: “Onbegrijpelijk dat dat zo kan”. Wij eindigen met te stellen: “Gelukkig dat het zo ook kan”. Jos, veel succes maar weer in het komend seizoen dat pal voor de deur staat”.

 

 

Reacties zijn gesloten.